Waarom hoogbegaafde volwassenen vaak last hebben van het impostersyndroom – en wat helpt

“Ze gaan straks ontdekken dat ik eigenlijk niet zo goed ben.”
Het is een gedachte die verrassend vaak voorkomt bij hoogbegaafde volwassenen. Zelfs wie promoties behaalt, een complexe studie afrondt of door anderen als expert wordt gezien, kan innerlijk overtuigd zijn dat het slechts een kwestie van tijd is voordat ‘de waarheid’ aan het licht komt. Dit is het zogeheten impostersyndroom (Clance & Imes, 1978).

Bij hoogbegaafden heeft dit fenomeen vaak diepe wortels. Velen zijn van jongs af aan gewend geraakt dat leren vanzelf ging. Complimenten werden daardoor minder geloofwaardig (“ik deed er toch niets voor”), terwijl fouten harder binnenkwamen. Later, wanneer de omgeving wél eisen stelt en falen mogelijk wordt, ontstaat onzekerheid: ben ik eigenlijk wel slim genoeg?

Een tweede factor is perfectionisme, een bekend kenmerk bij hoogbegaafden (Kieboom, 2014). Het streven naar foutloos presteren maakt dat elk succes relatief voelt en elk tekort vergroot. In combinatie met een scherp analytisch vermogen zie je vooral je eigen hiaten, niet je prestaties.

Casusvoorbeeld: Marieke (42), specialist in haar vakgebied, wordt regelmatig gevraagd voor internationale lezingen. Toch slaapt ze slecht voorafgaand aan conferenties. “Ze hadden beter iemand anders kunnen vragen,” denkt ze, “straks val ik door de mand.” De zaal reageert enthousiast, maar zij legt de lat alweer hoger voor de volgende keer.

Wat helpt?
Onderzoek wijst uit dat het normaliseren van dit gevoel een eerste stap is. Clance en Imes benadrukken dat veel succesvolle mensen hiermee worstelen; het zegt niets over hun werkelijke bekwaamheid. Reflectietools uit ACT (Acceptance and Commitment Therapy) kunnen ondersteunen: leren afstand nemen van kritische gedachten zonder je ermee te vereenzelvigen (Hayes et al., 2012). Daarnaast helpt contact met peers – anderen die hetzelfde ervaren – om te zien dat de innerlijke twijfel geen persoonlijke tekortkoming is, maar een gedeeld patroon onder hoogbegaafden.

Bronnen:

  • Clance, P. R., & Imes, S. A. (1978). The Imposter Phenomenon in High Achieving Women. Psychotherapy: Theory, Research & Practice.

  • Kieboom, T. (2014). Meer dan intelligent: kracht en kwetsbaarheid van hoogbegaafde kinderen.

  • Hayes, S. C., Strosahl, K. D., & Wilson, K. G. (2012). Acceptance and Commitment Therapy: The Process and Practice of Mindful Change.

Volgende
Volgende

Maandthema Zelfinzicht: 9 stappen om jezelf beter te begrijpen als hoogbegaafde volwassene