Meervoudige intelligenties en het Delphi-model: breder kijken naar talent

Wie hoogbegaafdheid koppelt aan schoolprestaties of hoge IQ-scores, kijkt maar naar een beperkt deel van het geheel. Veel kinderen (en volwassenen) die diep nadenken, creatief zijn, sociaal-intuïtief reageren of met originele oplossingen komen, worden niet als ‘hoogbegaafd’ herkend — omdat hun talenten niet in het standaardplaatje passen.

Twee modellen breken dat beeld open: het meervoudige intelligentiemodel van Howard Gardner en het Delphi-model van Monique Kooijman-van Thiel. Beide leggen de nadruk op diversiteit van talent en bieden handvatten om breder te kijken dan testuitslagen of gedrag.

Meervoudige intelligenties (Howard Gardner, 1983)

Howard Gardner, psycholoog aan Harvard, stelde dat intelligentie niet eendimensionaal is. Hij introduceerde het idee van acht (later negen) verschillende intelligenties die allemaal gelijkwaardig zijn — en waarvan we er meestal meerdere combineren.

Dit model benadrukt dat scholen en ouders verder moeten kijken dan de vakken op een rapport. Iemand kan uitblinken in andere vormen van intelligentie en alsnog (of juist daardoor) hoogbegaafd zijn — ook als dat niet in cijfers zichtbaar is.

De 9 intelligenties volgens Gardner:

  1. Verbaal-linguïstisch – goed met taal, lezen, schrijven, verhalen.
    → Kinderen die verhalen vertellen, sterk zijn in woordgrapjes of graag lezen.

  2. Logisch-mathematisch – goed in redeneren, rekenen, analyseren.
    → Kinderen die patronen zien, puzzels oplossen en abstracte vragen stellen.

  3. Visueel-ruimtelijk – denken in beelden, sterk ruimtelijk inzicht.
    → Kinderen die goed zijn in bouwen met Lego, tekenen of navigeren.

  4. Lichamelijk-kinesthetisch – uitdrukken via beweging, sport, dans, fijne motoriek.
    → Kinderen die hun lichaam gebruiken om te leren: via knutselen, sport of toneel.

  5. Muzikaal-ritmisch – gevoel voor ritme, melodie, klank.
    → Kinderen die makkelijk muziek herkennen, zingen, ritmes aanvoelen.

  6. Interpersoonlijk – anderen aanvoelen, samenwerken, leiden.
    → Kinderen die bemiddelen, snel weten wat anderen voelen, sociaal sterk zijn.

  7. Intrapersoonlijk – zelfkennis, zelfreflectie, bewustzijn van innerlijke processen.
    → Kinderen die diep nadenken over hun gevoelens of gedrag, gevoelig zijn.

  8. Naturalistisch – gevoel voor natuur, patronen in flora/fauna, ordening.
    → Kinderen met oog voor dieren, planten, ordenen van objecten of verzamelen.

  9. Existentiële intelligentie – vermogen tot filosofisch en levensbeschouwelijk denken.
    → Kinderen die zich bezighouden met grote vragen over het leven, dood, zin en bestaan. Dit zijn vaak kinderen die op jonge leeftijd vragen stellen als: “Waarom zijn wij hier?” of “Wat gebeurt er na de dood?”

Praktijkvoorbeeld:

Yara (8) scoort gemiddeld op school, maar stelt diepe vragen over de tijd, dood, heelal en het leven. Haar ouders merken dat ze veel nadenkt, soms wakker ligt door ‘grote vragen’ en sterk reageert op documentaires over armoede of oorlog. Zij vertoont duidelijke kenmerken van existentiële intelligentie, die in de meeste scholen niet herkend of benoemd wordt — maar die wel wijst op een diepgaande innerlijke belevingswereld.

Door deze negende intelligentie toe te voegen, erkent Gardner dat sommige mensen (en kinderen) filosofisch, spiritueel of reflectief uitzonderlijk sterk ontwikkeld zijn. Dit past bij veel hoogbegaafde profielen die verder gaan dan het cognitieve en creatieve domein, en sluit nauw aan bij het Zijnsluik en het Delphi-model.

 Het Delphi-model van hoogbegaafdheid (Kooijman-van Thiel, 2008)

Monique Kooijman-van Thiel wilde in 2008 weten wat hoogbegaafdheid nou echt inhoudt — volgens mensen die er dagelijks mee werken of zelf ervaring hebben. Ze startte een Delphi-onderzoek met experts, ouders, coaches en hoogbegaafden. Uit die input ontwikkelde ze een model met een breed en genuanceerd profiel van hoogbegaafdheid.

Het Delphi-model bestaat uit 6 clusters van kenmerken:

  1. Hoog intellectueel vermogen – snel denken, complex redeneren, grote leerhonger.

  2. Emotionele gevoeligheid en intensiteit – diep voelen, geraakt worden, snel overprikkeld.

  3. Creativiteit – originele ideeën, onverwachte oplossingen, kunstzinnig of conceptueel denken.

  4. Autonomie – eigen pad kiezen, moeite met autoriteit, behoefte aan vrijheid.

  5. Moreel bewustzijn – sterk rechtvaardigheidsgevoel, ethisch redeneren.

  6. Snelle verwerking van informatie – razendsnel verbanden leggen, behoefte aan tempo.

Praktijkvoorbeeld:

Farah (14) haakt af op school. Ze werkt langzaam in de klas, maakt taken niet af en lijkt ongeïnteresseerd. Tijdens een intakegesprek blijkt ze thuis filosofische boeken te lezen, poëzie te schrijven en diepgaande gesprekken te voeren over maatschappelijke thema’s. Ze blijkt een combinatie te hebben van autonomie, creativiteit, emotionele intensiteit en verdiepende interesse — allemaal typische Delphi-kenmerken. Een IQ-test bevestigt later haar hoogbegaafdheid, maar zonder dat profiel had ze waarschijnlijk alleen als ‘ongemotiveerd’ kind te boek gestaan.

Overeenkomsten en verschillen tussen de modellen

Beide modellen richten zich op meer dan het meetbare. Ze verschillen in hun oorsprong (educatief vs. psychologisch), maar delen de boodschap dat hoogbegaafdheid zich op veel verschillende manieren kan uiten.

Wat kun je hiermee doen?

  • Als ouder: Kijk naar waar jouw kind wél in opbloeit. Is dat muziek, bewegen, gesprekken, bouwen? Dan ligt daar een sleutel.

  • Als school: Durf breder te signaleren. Kijk naar creatief denken, gedrag op het schoolplein, of de ‘eigenwijze’ leerling die eigenlijk autonoom is.

  • Als volwassene: Herken je jezelf in één of meerdere intelligenties of Delphi-clusters? Dan kan dat verklaren waarom je je altijd anders hebt gevoeld.

Meer weten?

  • Gardner, H. (1983). Frames of Mind: The Theory of Multiple Intelligences.

  • Kooijman-van Thiel, M. (2008). Delphi-model van Hoogbegaafdheid.

  • Rijksoverheid & SLO (2021). Handreiking signaleren en begeleiden van (hoog)begaafde leerlingen.

Volgende
Volgende

Het Zijnsluik van Tessa Kieboom: de binnenwereld van de hoogbegaafde