Perfectionisme en faalangst: de dunne lijn tussen streven en stilstaan bij hoogbegaafden
Lotte is tien jaar en haalt bijna altijd hoge cijfers. Toch is ze zelden tevreden. Een 9 op een rekentoets voelt voor haar als falen, want “ik had een 10 moeten halen.” De tekeningen die ze thuis maakt, verdwijnen vaak in de prullenbak – niet omdat ze slecht zijn, maar omdat ze in haar ogen nooit mooi genoeg zijn. Lotte’s ouders zien hoe hun dochter zichzelf eindeloos onder druk zet. Ze vragen zich af: is dit gewoon ambitie, of gaat er iets mis?
Veel hoogbegaafde kinderen worstelen met perfectionisme en faalangst. Op het eerste gezicht lijken die begrippen hetzelfde, maar er zit een verschil in focus.
Perfectionisme: streven naar het onbereikbare ideaal
Perfectionisme gaat over het najagen van een standaard die vaak niet haalbaar is. Het kind wil alles foutloos doen en voelt teleurstelling zodra het resultaat niet “perfect” is. Dit komt niet alleen door externe druk, maar vaak uit een diep innerlijk streven naar het hoogste ideaal (Kieboom, 2014).
Kenmerkend is dat het plezier in leren verdwijnt. Waar kinderen ooit nieuwsgierig begonnen, raakt leren beladen met spanning: fouten maken mag niet, en dus is ontspanning ver te zoeken.
Faalangst: bang om niet te voldoen
Bij faalangst staat niet het resultaat, maar de angst centraal. Het kind vreest dat het niet goed genoeg is, dat het door de mand valt, dat anderen teleurgesteld zullen zijn. Die angst kan zo verlammend zijn dat er blokkades ontstaan: een kind dat thuis probleemloos sommen maakt, slaat op school volledig dicht bij een toets (Silverman, 2013).
Faalangst laat zich vaak zien in lichamelijke klachten: buikpijn, hoofdpijn, slecht slapen. Soms leidt het zelfs tot schoolweigering.
Waar raken de twee elkaar?
Perfectionisme en faalangst versterken elkaar vaak. Het verlangen om perfect te zijn kan de angst om te falen vergroten. En wie bang is te falen, legt de lat vaak nóg hoger om fouten te vermijden. Het is een vicieuze cirkel waarin talent niet tot bloei komt, maar juist verstikt raakt.
Het verschil is subtiel maar belangrijk:
Perfectionisme is gericht op het ideaalbeeld (“Het moet perfect zijn”).
Faalangst is gericht op het vermijden van falen (“Als ik het fout doe, ben ik niet goed genoeg”).
Veel hoogbegaafde kinderen bewegen heen en weer tussen die twee, waardoor hun zelfbeeld kwetsbaar wordt.
Bronnen:
Kieboom, T. (2014). Meer dan intelligent.
Silverman, L. (2013). Giftedness 101.